Falanghina is een heel oude witte druif. Misschien wel de druif waar de Romeinen de Falernium van maakten. Ze groeit in heel zuid Italië maar doet het vooral goed in Campanië. Hier op de berg Taburno heeft ze haar oorsprong.
Tegenwoordig is ze weer helemaal terug. Moderne vinificatie technieken zorgen ervoor dat de wijnen de druivenaroma’s behouden met heel aantrekkelijke, geurige, frisse wijnen als gevolg.
De bekendste appellatie zijn Taburno en Campo Flegrei. Sinds 2011 zijn dit echter onderzones van de overkoepelende appellatie: Falanghina del Sannio.
Kenmerken
Meest voorkomende wijnstreek: Campania
Kleur van de schil: Grijsgeel
Karakteristieken:
een van de oudste Romeinse druivenvariëteiten, basis van de antieke falerno; waarschijnlijk van Griekse afkomst (phalanga); middelgrote trossen; levert in het zuiden van Italië opvallend frisse en levendige wijnen; gedijt het best op de heuvelruggen rond Napels (Flegrea) en de omliggende eilanden; er bestaan twee duidelijk verschillende biotypes van de falanghina, de mascolino en de verace, deze laatste is de meest aangeplante
Wijnstijlen: fris wit
Bewaarkracht: 5 jaar
Te drinken bij:
perfecte borrel wijn, rauw gemarineerde witte vis; schelpdieren; sint-jakobs schelpen met citrussaus; maar ook asperges met ham
Bekendste herkomstbenamingen:
Capri Bianco, Taburo Falanghina, Falerno del Massimo, Sant'Agata de' Goti